Het Goh-moment in de wetenschapscommunicatie

Vooraf – lekker interactief, en dat voor een blog – een vraag: Wat was jouw laatste Goh-moment? Wat  las, hoorde of zag je waarvan je dacht: ‘Goh, wat leuk’, of ‘Goh, dat wist ik niet’? Wat kun je er nog van herinneren: over wie of wat ging het, weet je nog details, waar kwam je het tegen?
Een sterk Goh-moment had ik zelf op weg naar de vertrekhal in Schiphol. Daar, tussen de winkels van Schiphol Plaza, stond zomaar ineens het neuswiel van een Boeing 747: ‘Goh, best groot zo van dichtbij.’ De kracht van het Goh-moment lijkt te wijzen op een nuttig mechanisme voor de wetenschapscommunicatie. In deze blog een kleine verkenning van dit fenomeen.


Het ‘Goh-moment’ kwam (al een tijdje geleden overigens) voor mij voor het eerst ter sprake tijdens een brainstormsessie met Delftse wetenschapscommunicatiecollega’s. De intuitieve klik die wij allemaal meteen hadden met het begrip werd later bevestigd in een andere brainstormsessie over het (toen nog) nieuw op te richten Science Center Delft. Ook hier wisten alle aanwezigen meteen wat werd bedoeld, en voorbeelden van persoonlijke Goh-momenten volgden snel. Ook hier dus een Goh-moment: Goh, deze term werkt.

Het lijkt de moeite waard om dit intuitieve idee en gevoel meer vorm te geven. Ik denk dat binnen je binnen ‘de wetenschapscommunicatie’ het Goh-moment zou kunnen zien als doel, maar vooral ook als startpunt.

Het Goh-moment als doel
Krantenkolommen worden er mee vol geschreven, web-sites staan er bol van, op de radio zijn het geliefde ‘kortjes’. Het is waar www.nu.nl/wetenschap zo’n beetje op draait: de korte berichten waarin een opmerkelijk nieuwtje uit de wondere wereld van de wetenschap wordt gepresenteerd. ‘Fingernails are 55 million years old‘ is mijn laatste Goh-momentje geweest. Zo’n wetenschapsdingetje waar je verder niet heel veel aan hebt, maar dat wel vermakelijk is om te horen/zien/lezen, en om het aan het eind van de week in de kroeg nog eens aan je vrienden te melden. Helemaal niets mis mee, dit Goh-moment.

http://www.wired.com/beyond_the_beyond/2009/07/vague-scientist/

Het Goh-moment als startpunt
Toch zouden wij wetenschapscommunicatoren af en toe wel ‘s iets verder willen gaan dan alleen dat Goh-moment, en aan ‘Het Publiek’ uitleggen wat wetenschap nou precies is (nou ja, ongeveer dan), hoe het werkt (en niet werkt), de achtergronden, het hoe en waarom van onderzoek. Ik denk dat het Goh-moment een prima startpunt is voor zoiets: je hebt de aandacht te pakken, de interesse gewekt, daarna kun je meer gaan uitleggen. Van wat ik nog vaag weet van mijn studie Cognitieve Kunstmatige Intelligentie (UU) werkt dat proces in je hoofd inderdaad precies zo.

De ‘wetenschap’ van het Goh-moment
Een meer ‘wetenschappelijke’ invalshoek (maar dan zonder het onderbouwingsgedeelte met literatuurverwijzingen) op het Goh-moment is volgens mij te vinden in het gebied van de cognitiewetenschap waar de onderwerpen ‘verrassing’, ‘aandacht’ en ‘leren’ elkaar treffen.

Om een overload aan informatie tegen te gaan, heeft onze ‘aandachtsintensiteit’ een bepaalde relatief lage basiswaarde, waarmee we een groot deel van de dag toe kunnen. Onze aandachtsboog staat zeker niet altijd gespannen. Wanneer we echter een nieuwe, onverwachte situatie tegenkomen (‘Goh’), worden we meer gefocust: we hebben informatie nodig om te leren hoe om te gaan met deze nieuwe situatie. De hersenen zijn daar dan ook ontvankelijker voor. Ook in kunstmatige neurale netwerken wordt gebruik gemaakt van dit soort opschudprocessen om het leren beter te laten verlopen.

De verrassing lijkt een voorwaarde te zijn voor effectief leren, omdat hiermee het leerproces wordt geactiveerd. Is die verrassing er niet, wordt het leren al een stuk moeilijker. In het kort: de verrassing van de ‘Goh’ verhoogt onze interesse en versterkt de aandacht op het onderwerp en schept daarmee voorwaarden voor een internsiever leerproces. Als dat zo is, zouden we daar gebruik van moeten kunnen maken.

Wow
Ik neem aan dat – bijvoorbeeld – ontwerpers van Science Centres al lang weten dat het zo werkt. De ‘Wow factor’ (ik vind ‘Wow’ toch wat sterker dan ‘Goh’) is meestal rijkelijk aanwezig in dat soort instellingen, hoewel ik soms het idee krijg dat ook hier het nastreven van het ‘Goh-moment’ op de eerste plaats staat.

Waar wil ik nou eigenlijk heen met dit verhaal? Eigenlijk is dit een omslachtige manier om wat vragen te stellen:

– Het ‘Goh-moment’ komt nog regelmatig ter sprake bij mij en mijn collega’s; hebben meer mensen die klik van herkenning?

– Is in de (wetenschaps)communicatiewetenschap al ‘s onderzoek gedaan naar zoiets als het Goh-moment, verrassing, aandacht en leren en hoe dat effectief is in te zetten bij het overbrengen van meer dan alleen die ene Goh?

– Als dit allemaal geen onzin is, hoe kunnen wij wetenschapscommunicatoren meer met dat Goh-moment, en hoe pakken we dat dan concreet aan? Kan het Goh-moment bewust worden ingezet om ‘Het Publiek’ meer (effectief) te vertellen over wetenschap?

Anyway, later als ik groot ben, of anders in een parallel leven, ga ik me meer serieus verdiepen in dit fenomeen (en nog een paar anderen ook trouwens), en dan komt die literatuurlijst er zeker ook nog wel bij. Voor nu hou ik het even bij deze korte en amper onderbouwde ‘verkenning’.
Heerlijk, dat bloggen…! 😉

 

PS Nou vooruit, één linkje dan, maar da’s van Wikipedia, dus dat telt niet echt mee:
http://en.wikipedia.org/wiki/Emotion_and_memory

Be Sociable, Share!
  • Twitter
  • Facebook
  • email
  • StumbleUpon
  • Delicious
  • Google Reader
  • LinkedIn
  • Google Bookmarks

6 thoughts on “Het Goh-moment in de wetenschapscommunicatie

  1. Pingback: Pitchen: eerst fascineren, dan informeren - Michel's Blog

  2. Pingback: Communicatie 101 | RoyMeijer

  3. Pingback: Het klimaat verandert. Duh. | inbon

  4. Pingback: Pitchen: eerst fascineren, dan informeren | Michel's Blog

  5. Pingback: Communicatie 101 | @RoyMeijer

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *