ROY MEIJER, Utrecht
Zaterdag 18-03-1995 | Sectie: Overig | Pagina: 8
Ik heb me behoorlijk verwonderd over de ‘discussie’ over
nationale identiteit. Veel termen zijn voorbijgekomen om het typisch
Nederlandse te beschrijven: calvinistisch, beginselvast, multicultureel,
egalitair (Meindert Fennema geeft een overzicht in NRC Handelsblad van 20
februari). Toch komen deze beschrijvingen niet in de buurt van een vastpinnen
van een ‘nationale identiteit’. De vraag ‘wat is de (Nederlandse) identiteit?’
is in dit verband dan ook steeds een verkeerde vraag geweest. Naar mijn idee
kom je een stuk verder met de vraag: ‘Hoe wordt een nationale identiteit
opgebouwd?’ (ofwel ‘hoe komen we aan dat typische Nederlandse gevoel’). Dan kun
je stellen dat een nationale identiteit bestaat uit een verzameling van
ervaringen die iedereen in een bepaalde (sub-) cultuur met elkaar gemeen heeft.
Het gaat om de kleine alledaagse dingen die we allemaal wel kennen.
Een lijstje met voorbeelden uit de verzameling van mijn
generatie (en subcultuur): De Fabeltjeskrant, De Stratenmaker op Zee-Show,
mens-erger-je-niet, monopolie, lagere school, woensdagmiddag vrij, middelbare
school, brugsmurfen, degelijke leren schooltas, klasse-avonden en
schooldisco’s, Hilversum 3, rijen bij het postkantoor, boodschappen bij de AH,
nog veel meer voorbeelden van televisieprogramma’s, de oorlog (verhalen van
opa’s en oma’s en oudere ooms en tantes), de OV-studentenkaart, watersnood en
Henny Huisman et cetera.
Een nationale identiteit zal vervagen naarmate de
verzameling van ‘nationaal-gebonden’ ervaringen van een generatie of inwoners
van een land wordt vervangen door ervaringen die die groep deelt met inwoners
van andere landen. In plaats van alleen Nederland 1 en 2, hebben we nu MTV,
Eurosport en CNN erbij en bouwen we aan een ervaringsverzameling die steeds
meer lijkt op die van andere culturen. Het heeft echter weinig zin om je
daarover zorgen te maken, want het opbouwen van een verzameling
gemeenschappelijke ervaringen is een proces dat je nauwelijks kunt beïnvloeden.
Maar de Fabeltjeskrant moet dus wel blijven.