Een tijdje geleden plaatste Wetenschapper2.0-partner-in-crime Marjolein Pijnappels onder het kopje ‘Wetenschap in 2035’ een oproep in de LinkedIn-groep van Wetenschapper2.0: ‘Volgende week donderdag geef ik een lezing over open science en ‘de’ wetenschapper 2.0. Wat zijn volgens jullie de kenmerken van een ‘echte’ wetenschapper 2.0? Zal de wetenschap de komende jaren door de open science trend drastisch veranderen of hetzelfde blijven? Hoe ziet wetenschap er uit in 2035 bijvoorbeeld? Ben benieuwd naar jullie input die ik wil gebruiken voor de lezing’.
Ik had toen zo snel geen antwoord – en 2035 is ook zo waanzinnig ver weg nog – maar de vraag bleef wel in m’n hoofd rondspoken. Ik wil ‘m hier op een iets andere manier benaderen, en wel vanuit het perspectief van wat een Wetenschapper 2.0 vandaag de dag al zou (kunnen) doen. Hoe zou bijvoorbeeld het 2.0-deel van een werkweek van een volleerd Wetenschapper 2.0 – naast het gewone werk – er nu al uit kunnen zien? Dit is al ambitieus genoeg voor de meesten, never mind 2035.
Hieronder dus een soort van antwoord op de vraag van Marjolein. Zomaar een week in het leven van een Wetenschapper 2.0.*
Maandag
Mijn laatste artikel is vandaag online gezet in de repository van mijn universiteit – Open Access dus. Ik heb het artikel meteen toegevoegd aan het overzicht op m’n eigen persoonlijke pagina en er een blog over geschreven. Natuurlijk heb ik daarover getweet, deze keer ook direct naar een wetenschapsjournalist en beleidsambtenaar die ik volg. Ik dacht wel dat ze misschien wel in het onderwerp geïnteresseerd zijn. En ik had gelijk. Later die dag kreeg ik van beiden een tweet terug dat ze wel meer willen weten en een afspraak willen maken!
Ik ben heel benieuwd hoe vaak dit artikel nu gedownload en bekeken gaat worden trouwens.
En over artikelen gesproken: vandaag heb ik via een collega-wetenschapper die ik volg op Twitter een artikel gevonden dat precies aansluit op het werk dat ik nu aan het doen ben. Waardevolle nieuwe invalshoeken die ik anders misschien niet gevonden zou hebben.
Dinsdag
Vandaag waren de opnames van mijn college. Met deze opname erbij staat straks al het materiaal van onze masteropleiding online, en kunnen studenten van over de hele wereld hierin afstuderen, gewoon thuis in hun eigen land. Spannend, ik ben benieuwd waar ze straks allemaal vandaan gaan komen.
Ik ben ook gebeld door de organisator van een belangrijke bijeenkomst op mijn vakgebied, ze vroeg of ik een presentatie wilde verzorgen. Zij had mijn persoonlijke pagina gevonden toen ze op Google zocht op mijn vakgebied. Ik stond blijkbaar op de eerste pagina, bovenaan ook. Ik heb meteen ook even gespiekt: ook mijn LinkedIn-profiel staat prominent tussen de zoekresultaten. Mooi zo, goed voor de carrière…
Met de inhoud van de SlideShares en de filmpjes die ik op mijn blog/pagina heb staan, had ze besloten dat mij zeker kon vragen. Ik heb haar natuurlijk ook even gegoogled na ons gesprek: haar LinkedIn-profiel zag er indrukwekkend uit, dus extra leuk om door haar gevraagd te worden. Een direct contact van haar is trouwens een wetenschapper waar ik al lang mee in contact wil komen. Zou mooi zijn als hij ook als spreker gevraagd wordt.
Woensdag
Voor een van mijn onderzoeksprojecten heb ik input nodig van veel ‘gewone mensen’. Ik heb besloten om maar ’s te gaan experimenteren met een milde vorm van Citizen Science. Ik heb een vragenlijst aangemaakt, en die met een beschrijving en link op mijn blog geplaatst, en probeer nu allerlei mensen daaraan te laten bijdragen door via Twitter en Facebook aandacht te vragen voor dat project. Via retweets en de ‘Likes’ van allerlei mensen die op Facebook mijn onderzoekspagina volgen, kom ik viavia bij verrassend veel mensen in de timeline terecht. Nu maar hopen dat ze gaan reageren en vragen gaan beantwoorden ook.
Donderdag
Ik heb een onderzoeksidee waarvoor geen ruimte is in mijn huidige onderzoeksproject, maar waarmee ik wel heel graag aan de slag zou willen gaan. Ik ga nu proberen of ‘het grote publiek’ iets ziet in dit idee, en er geld voor over heeft. Vandaag kreeg ik het gemonteerde filmpje te zien dat speciaal voor mijn eigen crowdfunding-project is gemaakt. Ziet er goed uit! Over een week gaat het voorstel met dit filmpje online op het crowdfunding-platform, en kunnen mensen financiële steun gaan bieden. Dat wordt dus veel (online) reclame maken hiervoor de komende tijd.
Vrijdag
Ik zat vast met een probleem eerder deze week, en ben daarover een discussie gestart in de LinkedIn-groep van mijn vakgebied. Langzaamaan komen er allerlei oplossingen en suggesties onder te staan van diverse collega’s uit de hele wereld. Toch leuk, te merken dat dat vaak best goed werkt.
Ik heb vandaag meteen maar een blogverslag gemaakt van deze hectische 2.0 werkweek. Ik heb deze natuurlijk geplaatst op mijn eigen site/blog, maar ook meteen op de verzamelblog Wetenschapper 2.0, waar ik gastredacteur ben. Misschien hebben andere wetenschappers iets aan mijn ervaringen en breng ik ze op ideeën!
* Disclaimer. Deze Wetenschapper 2.0- werkweek mist nog een (flink) aantal mogelijke activiteiten, zo bleek al uit directe reacties op een eerste conceptversie. Maar deze week is zo ook al druk genoeg, lijkt me, deze wetenschapper moet natuurlijk ook nog ergens aan onderzoek en onderwijs toekomen… 😉
En ja, natuurlijk is dit dagboek overdreven, maar ook: ja,‘2.0’ bezig zijn kost wel tijd. Daarom is het belangrijk een bepaald doel in gedachten te hebben. Dan kan 2.0 één van de middelen zijn – en dus de (tijds)investering – om dat doel te bereiken.
Ik hoop dat in de comments de volgende weken van dit dagboek ook aangevuld gaan worden met andere voorbeelden. Leef je uit!
PS Ik heb deze blog gebruikt in een presentatie voor communicatiecollega’s van de KNAW op 29-11-2012. De SlideShare vind je hier: http://www.slideshare.net/RoyMeijer/dagboek-van-een-wetenschapper-20-knaw (embedden lukt nog even niet in deze aangepaste WordPress-omgeving helaas).
PPS In de inleiding stond ook al een linkje, maar hier gewoon nog een keer, deze mooie infographic van Marolein Pijnappels, met een overzicht van 2.0-mogelijkheden in de diverse stadia van wetenschappelijk onderzoek.
