ScienceOnline 2011
De conferentie ScienceOnline 2011 is net afgelopen en ‘Wetenschap 2.0’ heeft er een paar dagen fiks in de belangstelling gestaan. Als je de verslagen, linkjes en ophef van de afgelopen dagen mag geloven, is er in de Angelsaksische landen een uiterst levendige ScienceBlogging-cultuur: wetenschappers en wetenschapsjournalisten schrijven zelf de blogs/artikelen over hun wetenschappelijke avonturen, en zijn niet afhankelijk van de vierkante millimeters oppervlak van de wetenschapskaternen (of wat daar nog van over is in de VS), of van de redacties van andere media.
Eigen land
Rondkijkend in Nederland en op mijn eigen TU Delft zie ik helaas nog niet een heel erg levendige 2.0-cultuur. Dag en nacht verschil eigenlijk. Promovenda Eva Lantsoght (@evalantsoght) is wat mij betreft in Delft een positieve uitzondering met haar http://phdtalk.blogspot.com. Zij heeft ongetwijfeld kennisgemaakt met bloggen bij Georgia Tech. Ik kan zo snel niet eens een ander voorbeeld bedenken (geef door wie ik over het hoofd zie!) van een leuk bloggende Delftse wetenschapper. Nederlands?
En vooralsnog worden de wenkbrauwen ook iets opgetrokken als je over Twitter begint bij wetenschappers. De Twitterlijst met Delftse Twitterende wetenschappers heeft nu 40 leden (ook hier, geef door als er iemand toegevoegd moet worden).
Er is nog wat onontgonnen terrein.
Personal Branding
Waarom zou een wetenschapper eigenlijk ‘2.0’ moeten doen? Doe maar gewoon? Met twee goed-Nederlandse woorden heel simpel: Personal Branding. Vooruit: ‘Persoonlijke Profilering’ kan eigenlijk ook gewoon wel.
De subsidiestroom bestaat steeds meer uit individuele subsidies. In Nederland kennen we onder andere de VENI-VIDI-VICI-subsidies van NWO, maar er zijn natuurlijk ook de Europese ERC Personal Grants.
En daarin speelt wat je doet voor ‘de maatschappij’ een rol, hoewel we niet kunnen inschatten hoe groot die rol is.
De 3TU Federatie heeft aan de KNAW gevraagd te adviseren over de criteria die gebruikt kunnen worden bij de ‘beoordeling van technisch-wetenschappelijk werk in de ontwerpende en construerende disciplines’. In de bijbehorende ‘kwaliteitsindicatorenkaart voor de technische wetenschappen‘ wordt onder de rubriek ‘maatschappelijke relevantie’ in ieder geval ook ‘verspreiding van kennis’ genoemd. Concreet: ‘Activiteiten gericht op popularisering wetenschap, onderwijs en bijdragen aan het publieke debat’ en ‘Professionele publicaties en voordrachten, niet wetenschappelijke publicaties, tentoonstelling etc. over onderzoeksresultaten’.
Ik weet niet of eerbiedwaardige instellingen als KNAW en NWO bloggen en Twitteren hier ook al onder verstaan, maar wat mij betreft moet dat natuurlijk wel. Het zijn bij uitstek middelen om aan een groter publiek te laten zien wat je doet. Uit ervaring weet ik dat media-aandacht na een persbericht regelmatig leidt tot verzoeken om ergens een lezing te komen geven, en dat zal met deze nieuwerwetse communicatie zeker ook zo kunnen zijn. Lees onder andere de blog van Peter Kerkhof over wat Twitter voor hem is gaan betekenen in korte tijd.
Voorlichters omzeilen
Een andere goede reden om je eigen communicatie gewoon zelf ter hand te nemen, is om types zoals ondergetekende te kunnen omzeilen. Peter Kerkhof betoogde dat in zijn presentatie tijdens de (landmark)bijeenkomst van het Platform Wetenschapscommunicatie op 13 december 2010. Wij voorlichters zijn soms ook gewoon een barrière voor wetenschappers die de buitenwereld willen bereiken. We hebben geen tijd, of jouw nieuws is net niet belangrijk genoeg voor een ‘corporate’ persbericht. Maak gewoon je eigen bericht en zet het online: direct contact met de buitenwereld, zonder tussenkomst!
Doelgroepen bereiken
Dat ene gemeenteraadslid, die ene politicus of die ene (wetenschaps)journalist is tegenwoordig via Twitter veel makkelijker te bereiken met jouw boodschap dan via de gangbare kanalen van bellen, mailen en afspraken maken. Dat kan natuurlijk allemaal in tweede instantie, maar voor het trekken van de aandacht en een eerste quasinonchalant contact is Twitter een prachtig middel.
Leuk!
En misschien wat minder overtuigend, want minder objectief, maar niet minder waar: naarmate ik meer Twitter, blog en reageer op andere Twitteraars, blogs en op diverse LinkedIn-groepen, vind ik het ook steeds leuker worden. Interactie, kunnen reageren, nieuwe mensen vinden, nieuwe informatie vinden, gevonden worden, discussie, geweldig!
Wat doen?
Wat zou je nou als wetenschapper kunnen doen om mee te gaan in die 2.0-bedoeling?
Bloggen dus is één mogelijkheid. Schrijf nou eens één keer per week op wat je bijvoorbeeld op vrijdag eind van de dag aan een vriend/vriendin (geen directe collega/vakgenoot!) zou vertellen in de kroeg over je onderzoek. Wat je deze week toch voor leuks/aardigs/typisch/raars hebt meegemaakt. Een vraag waar je mee worstelt. Niet te moeilijk, mag ietwat informeel. Eigenlijk is dat al een mooie eenvoudige basis voor een blog. En Twitter is vervolgens een manier om je blog onder de aandacht van de buitenwereld te brengen. Op de LinkedIn-groep Wetenschapper 2.0 gaan we de komende tijd al crowdsourcend de beste tips en truuks verzamelen hierover. Doe mee, of neem af en toe een kijkje!
Hoop?
Is de Nederlandse wetenschapper wel geschikt voor 2.0? Is er hoop?
Natuurlijk, er is altijd hoop.
Neem LinkedIn. In een paar jaar is het aantal wetenschappers dat ik tegenkom op LinkedIn explosief gegroeid. Ze worden zelfs lid van allerlei groepen. Dat was een paar jaar geleden wel anders, toen hier de opgetrokken wenkbrauwen voor golden. LinkedIn was toen alleen voor zakenmensen in strakke pakken en wanhopige werkzoekenden.
Ik denk dus dat dat uiteindelijk vanzelf goed gaat. Mijn eigen ambitie: een paar wetenschappers zover krijgen ‘vinden is ook al goed natuurlijk!) dat ze iets sneller dan mainstream enthousiast gaan beginnen. En dan met die paar succesvolle voorbeelden vervolgens verder de boer op. Kijken hoe ver we kunnen komen.
Kwestie van wennen
En eerlijk is eerlijk, hoeveel van ons communicatiemensen geven met bloggen zelf het goede voorbeeld? Ik ben zelf amper begonnen, net als collega Michel van Baal (die overigens wel een vliegende start heeft gemaakt). Andere collega’s? (http://www.writeaholic.nl/ telt niet mee, want Saskia doet vooral interne communicatie in Eindhoven 😉 – haar tips voor zakelijk twitteren zijn overigens ook erg goed toepasbaar voor privedoeleinden!)
Twitteren doen we met de collegas inmiddels wel al behoorlijk fanatiek in Delft. De Nederlandse twitterende wetenschapsvoorlichters staan op dit Twitterlijstje. Naast mijn 472 followers op Twitter, heb ik er stiekem ook nog ‘s 526 op LinkedIn. Ik krijg van wetenschappers best regelmatig te horen dat ze mijn perikelen volgen via LinkedIn. Je kunt dat – terecht – een soort van spam noemen, maar misschien is het ook wel een klein beetje een goed voorbeeld? Toch?
Per mail stuur ik af en toe ook interessante info door naar een selecte groep wetenschappers, natuurlijk met de vermelding dat ik het via Twitter heb gevonden.
En ik heb zelfs al een keer of wat de vraag gekregen of ik niet iets ‘op Twitter’ wilde zetten voor iemand.
Hoopvol. Druppel. Steen
Naarmate wij communicatieprofessionals zelf meer de smaak te pakken krijgen, snappen hoe het allemaal werkt – en dat delen via de LinkedIn-groep Wetenschapper 2.0 – , denk ik dat we met (nog) meer overtuiging de wetenschappers kunnen vertellen waarom 2.0 belangrijk is, en vooral ook: zo ontzettend leuk!
Bovenstaand was aanleiding voor een kritische blog van Marc van Oostendorp, waarin hij zijn voorkeur uitspreekt voor Wikipedia boven Twitter.
Voor de details van zijn betoog, zie mijn antwoord, dat meteen een soort vervolg is op deze blog: http://roymeijer.weblog.tudelft.nl/2012/01/09/reactie-op-twitter-ster-vs-wikipedia-gel
This just in via de LinkedIn-groep Wetenschapper 2.0, doorgestuurd via Twitter:
TheScientist: You Aren’t Blogging Yet?!? http://bit.ly/fYWCGG #mustread artikel over waarom wetenschappers moeten bloggen (via @Wowter)
Meer bloggende wetenschappers:
http://www.sciencepalooza.nl/
Fijn helder verhaal! Helemaal mee eens ook, en ik denk dat je een uiteindelijk onvermijdelijke ontwikkeling schetst. Het zal nog wel even tijd nodig hebben, maar er zal een jonge generatie wetenschappers opstaan die dit van nature gaat oppakken.
Dat vereist dan wel een hele andere rol van wetenschappersvoorlichter: je moet dan weg van de rol van nieuwsfilter en op naar de rol van coach en begeleider. Want schrijven voor ‘nieuws’ is zoals we allemaal weten een ander vak dan schrijven voor wetenschap.
Maar uiteindelijk wordt communicatie veel leuker, effectiever en beter.
Ergo, schiet eens op, jonge wetenschappelijke pioniers? ;->
Mijn onvolprezen collega Online Media Rob Speekenbrink twitterde vlak voordat ik deze blog online zette over een presentatie die hij op SlideShare had gezet over…
Personal Branding!
http://www.slideshare.net/RobSpeekenbrink/tu-delft-personal-branding
Heb je meteen de handleiding paraat!
Lees vooral ook zijn blog over hoe universiteiten kunnen/moeten omgaan met online media in de breedste zin des woords: http://rspeekenbrink.weblog.tudelft.nl/