Nu even niks met 2.0 of al die fratsen; deze keer een blog over ouderwets vakmanschap. Een kijkje in de keuken van de voorlichter.
Ik heb de laatste tijd namelijk weer een paar keer het gastcollege Pers & Publiciteit kunnen geven aan diverse groepen. En binnenkort staan er ook weer twee mediatrainingen op de agenda.
Dit zijn erg leuke dingen om te doen, omdat je ongegeneerd over je eigen vak kunt vertellen. Waarom doe je bepaalde dingen wel of niet, waarom stel je bepaalde vragen, waarom schrijf je dingen op een bepaalde manier op in het persbericht?
Doel-Doelgroep-Boodschap-Middel
De kapstok van mijn algemene presentatie is niet moeilijk – mijn werk eigenlijk ook niet welbeschouwd – en draait gewoon om de riedel Doel-Doelgroep-Boodschap-Middel. Een beetje logisch nadenken over wie je precies wilt bereiken met je communicatiestrategie/persbericht, wat je ze wilt vertellen en wat je wilt dat ze met die informatie doen, en hoe je dat dan het beste kunt brengen, verpakken en versturen. Paar voorbeelden erbij. Klaar. Simpel.
Toch blijft het erg leuk om mensen hierover aan het denken te zetten.
Boodschap
Het hoofdstukje Boodschap gaat over hoe je je verhaal brengt. Met een persbericht bijvoorbeeld hoop je journalisten over te halen iets met jouw nieuws te gaan doen. Het is dan handig om jouw bericht alvast te verpakken op een manier die dicht bij hen ligt en dus meer zal aanspreken – tussen die honderden andere persberichten in hun mailbox. Dus, aanhaken op wat voor journalisten belangrijk is: het moet actueel zijn, dichtbij, uniek, voor het eerst, het hoogst, het laagst, het kleinst, het grootst, belangrijk voor de maatschappij, met bekende personen, of zelfs gewoon leuk/verrassend, mag ook.
Maar het belangrijkste dat het ‘collegepubliek’ wat mij betreft moet onthouden van dit onderdeel, is dat met het verhaal in ieder geval de vraag ‘nou en?’ beantwoord wordt. Waarom is dit belangrijk voor de lezer/kijker? Waarom wil je me dit vertellen? Wat moet ik hiermee? Nou en?
Een voorbeeld dat ik de laatste tijd gebruik om dat verder uit te leggen is het volgende.
Microscoop
Stel je voor: wetenschappers van onze faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) zijn al een tijdje bezig om een superdeluxe microscoop te ontwikkelen. Ze hebben eindelijk de financiering rond, en kunnen gaan bouwen.
Nou en?
Het is gelukt, en om het te vieren is er vanmiddag taart voor de sectie, en volgende week is er overlast op de gang omdat het ding wordt geïnstalleerd.
Dit is direct al groot nieuws voor de directe collega’s natuurlijk, zij hebben de afgelopen tijd meegeleefd. Interne mail, misschien een nieuwsbrief? Maar voor de ‘buitenwereld’ kunnen we misschien een stapje beter.
Nou en?
Het wordt wel een heel bijzondere microscoop, hoor! Uniek, met zoveel pica-Hertz, zoveel nano-dinges, met bovenliggende nokkenassen, elektronen, straling en alles. Kortom, echt state of the art!
Een beetje techneut begint toch wel heel graag met dit deel van het verhaal. Ook wetenschappers in het algemeen willen heel graag dat je eerst dit deel snapt, tot en met de laatste formule.
Sorry, ik ben een eenvoudige drs, dus dat gaat niet lukken in een gesprek van een uurtje of zo. Is gelukkig ook niet nodig.
Dit is met name een interessante invalshoek voor de microscopenbouwers en microtechnologen onder ons, en zeker ook voor de optica-collega’s van de faculteit aan de andere kant van het Mekelpark. Leuk voor Mechatronica Magazine, of iets dergelijks. Nog wel een beetje een kleine groep misschien.
Nou en?
Met al die state of the art functionaliteiten is het mogelijk om processen in levende cellen realtime te volgen.
Ah, dat wordt al spannender, zeker voor allerlei soorten theoretische celbiologen, dus we komen al buiten het directe Delftse vakgebied. Interessant het Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie of zo. Maar we kunnen nog wel een keertje, toch?
Nou en?
Daardoor krijgen we een beter inzicht in hoe bijvoorbeeld kankercellen zich gedragen en kunnen we de werking van medicijnen live volgen.
Now we’re talking! Nu begin ik het zelf ook te snappen! Dit is iets wat we ook aan een groter publiek kunnen uitleggen, bijvoorbeeld met een kop als ‘Nieuwe microscoop TU Delft brengt groei kankercellen beter in beeld’. Ik ben zelf niet zo geneigd om iets te roepen als ‘TU Delft brengt genezing kanker stapje dichterbij’, maar da’s misschien een kweste van smaak.
Vervolgens kunnen we weer de stappen teruglopen en uitleggen hoe die microscoop dat allemaal doet. Maar we hebben wel de aandacht te pakken met deze invalshoek, en het verhaal schrijft zich daarna bijna als vanzelf. So to speak.
Na een paar keer ‘nou en?’ begint het trouwens intuïtief gênant te worden om nog een keer ‘nou en?’ te vragen. Nou en? Ja, duh…! Je kunt op dat punt gewoon ophouden, je hebt dan vast het juiste niveau te pakken.
Nou en?
Het is best spannend om een grote groep Delftse theoretisch wiskundigen expliciet en frontaal te confronteren met de vraag ‘nou en?’, zoals ik een tijdje geleden mocht doen tijdens zo’n gastoptreden. Gelukkig ging het goed, werd ik niet gelyncht, en na afloop kwam de vraag een paar keer op een leuke manier terug, dus hij is ter harte genomen.
En een beetje voorlichter zal je waarschijnlijk ook niet zo expliciet en direct met ‘nou en?’ confronteren wanneer je met nieuws aanklopt, dat gaat meestal wat diplomatieker en subtieler. Maar nu ben je voorbereid en weet je in ieder geval precies waar hij of zij heen wil met dat voorzichtige doorvragen. Nou en…!
Pingback: Leidraad voor wetenschappers: wanneer is iets nieuws? | @RoyMeijer
Pingback: Essentials in (science) communication: ‘So what?’ | RoyMeijer
Pingback: Essentials in (science) communication: ‘So what?’ | @RoyMeijer