Kernvraag in wetenschapsvoorlichting: ‘Nou en?’

Nu even niks met 2.0 of al die fratsen; deze keer een blog over ouderwets vakmanschap. Een kijkje in de keuken van de voorlichter.
Ik heb de laatste tijd namelijk weer een paar keer het gastcollege Pers & Publiciteit kunnen geven aan diverse groepen. En binnenkort staan er ook weer twee mediatrainingen op de agenda.
Dit zijn erg leuke dingen om te doen, omdat je ongegeneerd over je eigen vak kunt vertellen. Waarom doe je bepaalde dingen wel of niet, waarom stel je bepaalde vragen, waarom schrijf je dingen op een bepaalde manier op in het persbericht?

Continue reading

De Nederlandse wetenschapper en 2.0

ScienceOnline 2011
De conferentie ScienceOnline 2011 is net afgelopen en ‘Wetenschap 2.0’ heeft er een paar dagen fiks in de belangstelling gestaan. Als je de verslagen, linkjes en ophef van de afgelopen dagen mag geloven, is er in de Angelsaksische landen een uiterst levendige ScienceBlogging-cultuur: wetenschappers en wetenschapsjournalisten schrijven zelf de blogs/artikelen over hun wetenschappelijke avonturen, en zijn niet afhankelijk van de vierkante millimeters oppervlak van de wetenschapskaternen (of wat daar nog van over is in de VS), of van de redacties van andere media.

Continue reading

Twitter gaat sneller dan voorlichters…

Dat met Twitter het nieuws snel de wereld rondgaat, wisten we natuurlijk al. Toch is het redelijk confronterend als het nu eens niet een vliegtuigramp betreft, maar gewoon nieuws over/uit je eigen instelling. De afgelopen twee weken was het zeker drie keer raak (gelukkig niet van rampkaliber overigens). Hieronder drie mooie voorbeelden uit mijn praktijk van hoe Twitter sneller schiet dan wij voorlichters/officiële TU Delft-nieuwsbronnen:

Continue reading

Zware kost

Dit stuk heb ik geschreven op 10 december 2003 (toen was ik nog persvoorlichter bij de UU) en verstuurd via de mailinglijst van het Platform Wetenschapscommunicatie, om mijn ‘gevoelens’ te uiten over een presentatie tijdens een PWC-bijeenkomst de dag ervoor. Misschien wel mijn eerste blogactie avant la lettre. Deze was best eng om te versturen, want collega’s van de spreker stonden ook op de lijst en Loos zou ‘m dus zeker ook onder ogen krijgen. WeTeN bestaat inmiddels al lang niet meer, maar dat heeft met onderstaand niets te maken.

Continue reading

Identiteit en Fabeltjeskrant

ROY MEIJER, Utrecht

Zaterdag 18-03-1995 | Sectie: Overig | Pagina: 8

Ik heb me behoorlijk verwonderd over de ‘discussie’ over
nationale identiteit. Veel termen zijn voorbijgekomen om het typisch
Nederlandse te beschrijven: calvinistisch, beginselvast, multicultureel,
egalitair (Meindert Fennema geeft een overzicht in NRC Handelsblad van 20
februari). Toch komen deze beschrijvingen niet in de buurt van een vastpinnen
van een ‘nationale identiteit’. De vraag ‘wat is de (Nederlandse) identiteit?’
is in dit verband dan ook steeds een verkeerde vraag geweest. Naar mijn idee
kom je een stuk verder met de vraag: ‘Hoe wordt een nationale identiteit
opgebouwd?’ (ofwel ‘hoe komen we aan dat typische Nederlandse gevoel’). Dan kun
je stellen dat een nationale identiteit bestaat uit een verzameling van
ervaringen die iedereen in een bepaalde (sub-) cultuur met elkaar gemeen heeft.
Het gaat om de kleine alledaagse dingen die we allemaal wel kennen.

Een lijstje met voorbeelden uit de verzameling van mijn
generatie (en subcultuur): De Fabeltjeskrant, De Stratenmaker op Zee-Show,
mens-erger-je-niet, monopolie, lagere school, woensdagmiddag vrij, middelbare
school, brugsmurfen, degelijke leren schooltas, klasse-avonden en
schooldisco’s, Hilversum 3, rijen bij het postkantoor, boodschappen bij de AH,
nog veel meer voorbeelden van televisieprogramma’s, de oorlog (verhalen van
opa’s en oma’s en oudere ooms en tantes), de OV-studentenkaart, watersnood en
Henny Huisman et cetera.

Een nationale identiteit zal vervagen naarmate de
verzameling van ‘nationaal-gebonden’ ervaringen van een generatie of inwoners
van een land wordt vervangen door ervaringen die die groep deelt met inwoners
van andere landen. In plaats van alleen Nederland 1 en 2, hebben we nu MTV,
Eurosport en CNN erbij en bouwen we aan een ervaringsverzameling die steeds
meer lijkt op die van andere culturen. Het heeft echter weinig zin om je
daarover zorgen te maken, want het opbouwen van een verzameling
gemeenschappelijke ervaringen is een proces dat je nauwelijks kunt beïnvloeden.
Maar de Fabeltjeskrant moet dus wel blijven.

‘A Short History of Nearly Everything’ verplicht op school

Ik vind wetenschap mateloos boeiend, en het liefste zou ik tegen iedereen willen roepen: ‘kijk dan toch, hoe gaaf al dat gepuzzel is’. Degenen die dat voor mij tot nog toe het mooist heeft uitgewerkt is Bill Bryson, in zijn boek ‘A Short History of Nearly Everything’. Als iedereen dat boek zou lezen, zou het helemaal goed komen met de wereld.
Continue reading

Wetenschapsvoorlichters in de schijnwerpers!

Ik mocht optreden tijdens de Dag van de Valorisatie op dinsdag 8 juni 2010: http://www.valorisatie.nu/
Onder bovenstaande titel heb ik onderstand pleidooi gehouden.

‘Wetenschapsvoorlichters zorgen er achter de schermen voor dat ‘hun’ wetenschappers schitteren in de media, op bijeenkomsten of in het publieke debat. Vrijwel ongemerkt (en helaas vaak ook onopgemerkt) bouwen ze zo een schat aan informatie op over hun eigen organisatie.

Continue reading